Het terugplaatsen van de gerestaureerde, eeuwenoude kapzolderbalken van de molen van Goidschalxoord. (foto: Andrea Knol)
Het terugplaatsen van de gerestaureerde, eeuwenoude kapzolderbalken van de molen van Goidschalxoord. (foto: Andrea Knol)

Molencolumn: Circulair bouwen, niets nieuws onder de zon

In de bouwwereld is circulair bouwen de afgelopen jaren een bekend begrip geworden. Materialen voor het bouwen van huizen, gebouwen, wegen en andere constructies dienen zo gekozen te worden dat deze later kunnen worden hergebruikt zodat er zo min mogelijk verspilling van grondstoffen plaatsvindt. Een goede ontwikkeling natuurlijk, maar nieuw is het niet. Circulair bouwen wordt in de molenwereld al eeuwenlang toegepast. Daarover gaat de maandelijkse column.

Door Jaap van Steensel

Als molenaar van de korenmolen van Goidschalxoord mag ik er bezoekers altijd graag op wijzen: wie de molen binnenkomt en omhoog kijkt ziet vier zware zolderbalken. Het zijn de vloerbalken van de steenzolder en deze dragen de zes molenstenen die erop liggen. Flinke jongens dus. Met een bijzondere historie. Wie goed kijkt ziet dat de buitenste balken sporen bevatten die je niet in een zolderbalk zou verwachten. Het zijn bouwsporen uit een ver verleden die aantonen dat deze balken ooit een heel andere functie hadden. Als je vervolgens nog verder gaat kijken zie je bovendien dat deze balken constructiebalken zijn geweest van een andere molen, van een heel ander type. Dat was bij de restauratie in 2009 dan ook de reden om onderzoek te doen naar de leeftijd en herkomst van deze balken. Op basis van de bouwsporen was al vrij snel duidelijk dat het om zgn. hoekstijlen gaat, onderdelen van een wipmolen, waarschijnlijk een wipkorenmolen, een type dat tegenwoordig in onze streek niet meer voorkomt. Aanvullend onderzoek naar de leeftijd van de balken toonde vervolgens aan dat deze afkomstig zijn uit de 16e eeuw! Willem van Oranje kan deze bomen hebben zien groeien. Bij de bouw van de huidige molen, in 1718, werden de zolderbalken aangebracht, maar dat waren dus tweedehands balken. Nu gebiedt de eerlijkheid wel te zeggen dat het gebruik van tweedehands hout in die tijd niet zozeer uit oogpunt van duurzaamheid gebeurde, maar dat dat veel meer een financiële afweging was. In onze tijd is arbeid relatief duur, en materiaal relatief goedkoop. Dat was in die tijd precies andersom. Dus restmateriaal had een hoge economische waarde. Molens werden toen nog uitsluitend van hout gebouwd en de levensduur van een houten molen lag op ongeveer een jaar of honderd, daarna was de molen ‘op’ en werd deze afgebroken. 

Maar lang niet al het vrijkomende materiaal was waardeloos, zoals blijkt uit de hergebruikte constructiebalken in verschillende vloeren van de molen van Goidschalxoord. Wie verder rondkijkt in de molen van Goidschalxoord ziet ook oude balken met vierkante gaten, die eenvoudig te herkennen zijn als oude molenroeden. Vroeger werden die uit één stuk van hout gemaakt en voor een molenwiek is een heel lange, rechte boomstam nodig. Meestal ging zo’n houten roede na verloop van tijd in het midden rotten, daar waar deze in de askop zit. Daar heeft een wiek het het zwaarst te verduren en het is een lastigste plek om te schilderen. Uit voorzorg werd een wiek dan eruit gehaald, het rotte middendeel werd er tussenuit gezaagd en de beide uiteinden kregen weer een nieuwe bestemming.

Zo zijn er talloze voorbeelden van hergebruikte materialen in molens, er is vrijwel geen molen te vinden waar niet een dergelijk detail te vinden is. Zeker in de periode vanaf het begin van de 20e eeuw, toen veel molens uit gebruik gingen omdat ze niet meer konden opboksen tegen de opkomende meelfabrieken, werden hele molens gedemonteerd en in onderdelen verkocht voor hergebruik in andere molens die nog wel in bedrijf bleven. Omdat geen twee molens hetzelfde zijn, vereiste dat wel de nodige creativiteit van molenmakers om onderdelen te hergebruiken, maar dat maakt dan ook al eeuwenlang deel uit van hun vak. En al dat hergebruik levert voor molenliefhebbers en schat aan informatie en verhalen op.